Graaf Willem II – VAC is als honderdjarige een vereniging met een groots verleden. Over die meer dan 100 jaar zijn vele mooie verhalen te vertellen, zijn heel veel leuke en prachtige foto’s en filmpjes te zien en zijn er talloze trofeeën te showen: van grote bekers die gewonnen zijn op kleine toernooien, tot attributen die de historie van onze club prachtig illustreren. Kampioensfoto’s uit het verleden, kampfoto’s van vorig jaar. De scheendekkers van Tjebbe of de oprichtingsnotulen van de eerste bestuursvergadering.
We zijn begonnen met de verhalen van de oudere Graaf Willemers vast te leggen. Ons eerste bezoek was aan Niek Schepman. 93 jaar, 80 jaar lid van onze club. Het lange verhaal met en over Niek volgt. En daarna komen meer Iconen van de Roggewoning in woord en beeld voorbij. Zo houden we de historie van onze vereniging levend.
Heb je foto’s, filmpjes die je met ons wilt delen, aan ons wilt schenken, laat het weten. Check je zolder of je harde schijf. Maar ook heb je verhalen die je ons kunt vertellen, neem dan contact met ons op. Wij gaan die verhalen vastleggen. Op schrift, op film, met beeld. Uiteraard zullen we keuzes maken en prioriteiten stellen, maar we staan open voor iedere bijdrage. Dat mogen hele oude zaken zijn, maar ook zaken uit het recente verleden. Immers, vandaag op de 107e verjaardag van onze vereniging, maken we alweer de herinneringen voor morgen. We blijven geschiedenis schrijven.
Dus: kom maar door en neem contact met ons op. Het handigst is dat via dit e-mailadres: archief@graafwillem.nl
Of spreek ons aan als je ons ziet.
Met dank en groet, Archiefcommissie Graaf Willem II – VAC: Eppe Nieuwenhuis, Hans Willers, Robert Lammerding & Edouard van Arem
93 jaar. 80 jaar lid van onze vereniging. 50 jaar als actief voetballer.
[Dit is een voorproefje van een lang interview dat wij eind februari 2019 hadden met Niek Schepman.]
We zijn op bezoek bij Niek Schepman. Kiek, voor velen. Hij woont tegenwoordig met zijn vrouw Ine in huize Duinhage aan de Haagse Savornin Lohmanlaan. Als hij op zijn balkonnetje staat, hoort hij de voetballers van Quick schuin om de hoek, aan de overkant, spelen. En dat doet hem veel plezier. Sport is voor Niek altijd een rode draad in zijn leven geweest en hij komt nog graag op sportvelden. Om te kijken en om oude kennissen te zien en te spreken.
“Ik kom oorspronkelijk uit de Columbusstraat. Later zijn wij verhuisd naar het Benoordenhout. Daar zat ik op de Paschalisschool. We woonden toen eerst op de Breitnerlaan en later in de Weissenbruchstraat. Dit gebied moest op last van de Duitse bezetter ontruimd worden voor de zone van de Atlantikwall. Daarom zijn wij in december 1943 verhuisd naar de Vrijburgstraat in Voorburg. We waren een gezin met zes jongens en een meisje. Ik was de een na jongste van het gezin, mijn broer Hans de jongste. Alleen mijn oudste broer heeft niet gevoetbald, de rest wel. Vanuit het Benoordenhout gingen wij lopend via Clingendaal naar de Roggewoning.”
Graaf Willem
Waar tegenwoordig kinderen al met vier of vijf jaar lid worden van een voetbalclub, daar was het in Niek zijn jeugd pas mogelijk om met dertien jaar lid te worden van een voetbalvereniging. “Ik ben dus pas in 1939 lid geworden van VAC, Voetbal Aloysius College. Ik vond het heerlijk. Pater Leijen noemde mij een ‘straatvoetballertje’. Een snelle rechtsbuiten. Van hem kreeg ik nog wel eens een complimentje.”
Sanatorium
Voetballen vond Niek heerlijk. Sporten was zijn lust en zijn leven. Zeker nadat hij een jaar lang in het sanatorium van de Sophia Stichting had gelegen, aan de Gevers Deynootweg in Scheveningen. Later verhuisde het sanatorium, ook wel bekend als Zeehospitium, naar Kijkduin. Niek leed aan tuberculose. Hij genas, maar hij moest wel weer leren lopen.
Tennis, voetbal, cricket
“Sporten heb ik altijd graag gedaan. Omdat ik nog niet op een voetbalclub mocht, ging ik al wel tennissen. Dat kon op zondagmorgen. En later ben ik ook gaan cricketen, bij VCC in Voorburg. Ik heb deze sporten altijd naast elkaar gedaan, tot op hoge leeftijd. Met trots kan ik zeggen dat ik 50 jaar bij Graaf Willem gevoetbald heb.
Pas in 1989 ben ik gestopt met voetballen. Ook heb ik nog heel lang getennist. Op donderdagavond hadden we een gezellig tennisclubje, waar onder meer Leo van Brussel bij speelde.”
Niek heeft na zijn jaren in de jeugd, tien jaar in het eerste gevoetbald. “Dat was van 1946 tot en met ongeveer 1956. In 1951 zijn we kampioen geworden, dat was een mooie tijd.” Niek herinnert zich nog de nodige namen van toen. Jongens die terug kwamen uit Indië en die blij waren dat ze weer konden voetballen.
Namen als Polly Ingenhousz, Frans Boot, Loet Smeele en Piet Beneken Kolmer. En doorvragend naar clubgenoten die hij zich herinnert, komen er bij Niek diverse namen langs. “Piet Smeele, Ben Morshuis, Gerard Giezeman, Frank Bierens, en verder vooroorlogse Graaf Willemers als van Rijn, Bouwens en lange Nico, Nico van Wijk, dat waren namen uit die tijd.”
Zaterdag
Na zijn jaren op de zondag, is Niek overgestapt naar de zaterdag, waar hij tot het laatste heeft gespeeld. Met mannen als Bernard Bekman, Tjebbe Westendorp, Hans Entrop, Theo Snelders. Ook is Niek naast het voetballen actief geweest op de club. In de jaren vijftig was hij wedstrijdsecretaris en in de jaren zestig was hij jarenlang leider van de A-jeugd.
Niek komt niet veel meer op Graaf Willem. Hij rijdt geen auto en geen fiets meer. Maar hij houdt nog contact met velen. Hij komt ze tegen in de buurt, of hij belt ze even op. Voor een praatje. “Je hele leven hangt aan elkaar van de contacten”, zo zegt hij een paar keer. En die contacten houdt hij warm.
We nemen na ruim twee uur afscheid. We krijgen een doos met Graaf Willem herinneringen mee. Foto’s, krantenknipsels, brieven. “Het is tijd om op te ruimen en zo komt het goed terecht.” Met zijn bekende glimlach zegt hij ons goedendag. Het was een mooi bezoek.
[een uitgebreider verhaal met en over Niek Schepman, met foto’s en video, is in de maak.]